Ik kom van een rijke familie, heb een ridderopleiding gehad, maar werd door m’n broeders verbannen wegens moord op onze vader, de landheer.
Ik denk dat men broers daar achter zitten, maar heb geen geld om het te laten onderzoeken.
In m’n dagen van verbanning, eenzaamheid en ronddwalen, kwam ik een groep “Ridders zonder heer en land” tegen. Nou, zonder heer nu ook weer niet helemaal, want ze stonden steeds klaar voor een zekere Arthur Pendragon.
Vandaar de “Ridders van Pendragon”.
Na een paar kruiken geopend te hebben begon ik men verhaal.
Ze vonden dat ik in m’n recht was, maar konden er zelf niet veel aan doen, daar zij, als huurlingen, geen macht hebben.
Omdat ik stilletjes aan eenzaam begon te worden, heb ik hen gevraagd om me bij hen toe te voegen. Welke ze accepteerden.
Nu ben ik lid van de Ridders van Pendragon.
Ik ga waar zij gaan, ik bevecht het onrecht en ga geen vijand uit de weg.
In m’n vrije tijd ben ik wapensmid, maar als er oorlog dreigt, ben ik er standvast bij.